Ondanks het feit dat de weergoden ons niet goed gezind waren stonden wij om 9.45 uur onder een veelkleurige deken van paraplu’s met zijn allen klaar aan de nieuwe brug aan de Leopold III laan te Ieper, waar wij werden opgewacht door Marie-Christine, onze gids van de dag, en de organisatrices, Anne en Greta.
We waren met 20 deelnemers, maar Betty kon wegens een schouderblessure niet deelnemen. Sportief als ze is, heeft Betty ons toch tegen het avondmaal vervoegd, samen met Jean. Chapeau Betty, we waren blij je te zien!
We startten onze tocht op de alom bekende vestingmuren. De huidige structuur van de vestingen is gebaseerd op het werk van de Franse vestingbouwkundige Vauban. Speciaal aan deze muren is, dat ze schuin opgaand zijn gebouwd met op regelmatige afstand de zogenaamde “oreillers”, inhammen waar de soldaten in bootjes de wacht hielden.
Onze volgende halte was het prachtig onderhouden kerkhof voor de gesneuvelden van het Britse Rijk, dat werd opgericht op één van de mooiste plekjes aan de vestingen. Deze grond werd door de stad Ieper aan de Britten geschonken als dank.
Vervolgens ging het naar de Rijselpoort, de oudste en enige nog bewaarde stadspoort uit de veertiende eeuw die twee bewaarde delen verbindt van de Ieperse vestingen.
Aan deze poort werd iedereen die toegang wilde tot de stad grondig gecontroleerd door de portier.
We bezochten tevens de portierswoning uitgerust met een drietal niet te grote maar mooie vertrekken met uitkijkgaten, een open haard enz.. De waterput werd in die tijd BINNEN gebouwd, dit om niet de kans te lopen dat het water werd vergiftigd.
Volgende stop: café Rijsel voor ons aperitief: een glaasje cava of picon werd ons aangeboden in dit typische “bruine café” .
Bij het naar buitengaan werd onze aandacht gevestigd op een typisch “houten huis”, zoals ze indertijd meestal werden gebouwd. Stenen huizen waren voor de rijken (vandaar de term “steenrijk”). We vervolgden onze weg naar een straat met identieke huizen. Hier was vroeger de kazerne gevestigd, die werd omgebouwd tot een aantal privéwoningen. Op regelmatige afstanden zagen we smalle doorgangen, dit waren de “brandgangen”. Bij brand had iedere bewoner zijn taak en het materiaal om die uit te voeren.
Ons volgende bezoek gold de “IJskelder”, een ondergrondse ruimte die diende om ijs op te slaan om etenswaren te bewaren. IJs werd ook veel gebruikt voor medicinale toepassingen (vb. pijnstillend en ontzwellend).
We bezochten tevens de Sint Maartenskerk, gemeenzaam Sint-Maartenskathedraal. Deze kerk was de kathedraal van het voormalige bisdom Ieper dat bestond van 1561 tot 1801.
In “ Au Miroir” op de Grote Markt smaakte onze broodjeslunch voortreffelijk.
Na de lunch begaven we ons onder andere naar de Saint Georges kapel. Na de eerste wereldoorlog vatte een Brit het idee op om ter nagedachtenis van de gesneuvelden een Anglicaanse kerk te bouwen boven op de Menenpoort. Dit was natuurlijk niet realiseerbaar en daarom bouwde hij met het ingezamelde geld de huidige Saint Georges kapel. Typisch zijn de vele koperen plaketten die aan de muur hangen van verschillende instanties en personaliteiten (o.a. Winston Churhill) en de handgeborduurde knielkussentjes op elke stoel die werden gemaakt door de weduwen van de gesneuvelden.
Onze laatste stop voerde ons naar de Kazematten: deze werden onder meer gebruikt als opslagplaats, bakkerij voor de soldaten tijdens de oorlog, hospitaal en tijdelijke woonst voor de terugkerende mensen na de eerste wereldoorlog.
Na een paar vrije uren kwamen we terug samen, mét onze echtgenoten die ons ondertussen vervoegd hadden, om een heerlijk avondmaal te nuttigen in een prachtige zaal van brasserie De Kazematten.
Dit was een schitterende afsluiter van een onvergetelijke en leerrijke dag.
Onze hartelijke dank hiervoor Anne en Greta!
Miange.
P.S. We zouden natuurlijk graag onze jaarlijkse Ladies Day in stand houden en zijn daarom op zoek naar vrijwilligers die in een andere streek (bijv. Kortrijk of Gent) de fakkel van ons willen overnemen.